een gat in de dag slapen 1.0
zeer lang slapen; lang doorslapen; laat wakker worden
Algemene voorbeelden
Ze nam hem mee naar huis en ze speelden verder, tot de volgende ochtend, waarna ze samen een gat in de dag sliepen.
'Ik moet vroeg op morgen.' 'Dat zou dan voor het eerst zijn. Volgens mamma slaap je een gat in de dag. Zo wordt het niets met je studie.'
De volgende dag bedacht hij dat Davy vast zo lang gevierd had dat hij een gat in de dag had geslapen.